maandag 5 augustus 2013

Thuis

Ik word wakker omdat het warm is. De zon schijnt door de gordijnen. Het is vast al laat. Tien uur! Het is tijden geleden dat ik zo lang geslapen heb, maar het was ook laat dat we gingen slapen. Zoveel te vertellen. Ik was even wakker om half zeven. Op tijd om collega Maraliza een bemoedigend sms’je te sturen. Daarna ben ik weer in slaap gevallen.

Ontbijten op het balkon, koffie op het balkon en maar praten over Ethiopië. Nu, hier thuis, al pratend, voel ik nog beter wat dit allemaal teweeggebracht heeft in mijn hoofd en hart.

Een nieuwe interpretatie van het concept ‘stad’. Chaos, lawaai, stank van diesel en benzine, modderige straten, stalletjes met verkopers, bedelaars, veel bedelaars. Half afgebouwde gebouwen waar houten palen uitsteken, de bewapening. Houten steigers er omheen. Sloppenwijken, parken, paleizen, Merkato, alles is anders.
Ik ruik de geuren. Ze hangen nog aan mijn tas. Ik ruik de kruidige linzensaus die je overal kunt eten. De briefjes van 10 Birr in mijn portemonnee zijn ervan doordrongen.
Ik zie de serveersters in hotel Ghion die met zijn vieren, soms met vijven, drie tafels bedienen. Ik zie de bewaking bij regeringsgebouwen, maar ook bij mijn hotel en bij het leuke terras in Ambassador Park. Ik zie werkloze mannen en vrouwen die staan te wachten op opdrachtgevers die hun voor een dag werk kunnen geven. Ze worden gekeurd en al dan niet geschikt bevonden. De meesten vallen af. 

Dat zit allemaal in mijn hoofd.

De cursisten die fel discussiëren over politieagenten die mensenrechten met de voeten treden. Die proberen de theorie van activerende didactiek te begrijpen en toe te passen. Die allemaal willen weten hoe koud het in Nederland kan zijn. Net zoiets als Moskou?  Habtamu die net een baan als advocaat geweigerd heeft, omdat hij lesgeven zo geweldig vindt. Dan maar minder geld. Addiswork met haar sprankelende ogen, die een vlammend betoog houdt over … Ik weet niet wat, want het is in het Amhaars, maar het raakt haar. Sintayehu die mij een boek cadeau geeft. Bihian met zijn kinderen. 

Dat zit allemaal in mijn hart.

Ik liep een tijdje met hen mee. Ik voelde de verschillen tussen hen en mij. Ik zag de kloof en voelde schuld en schaamte. Ik zag de gebreken en voelde onmacht. Ik zag de corruptie en voelde onvermogen.

Ik liep en tijdje met hen mee en zag dat er jonge mensen zijn die geen genoegen nemen met verschillen. Die kennis vergaren om te kunnen veranderen. Die een nieuw elan brengen in een verlamde maatschappij.

Ik liep een tijdje met hen mee en leerde.

zondag 4 augustus 2013

Verbinding

Vrijdagavond rond 7 uur zit ik in de bar met een biertje. Dat heb ik verdiend, vind ik. Mijn deel van de training zit erop, ik heb vanmiddag al een paar modules beoordeeld, dus nu even ontspannen. Ineens Ping! Een bericht. Een app! Verbinding!!! Na ruim een week doet ineens de wifi in de lobby het weer! Het is een bericht van vriendin Hanneke. Zij wenst me een goede laatste dag. Lief!

Ik stuur echtgenoot A. en de familiegroep Soepie direct een app. Binnen 10 seconden heb ik de eerste reactie en dat gaat de komende minuten achter elkaar door. Foto’s van een dakterras in Amsterdam, een blote kleinzoon aan zijn avondeten, een uitgestorven Station Haarlem, een computerscherm van een hardwerkende dochter, tuimelen over elkaar heen. Net of ik gewoon in Haarlem ben. Dit soort snelle ‘familiebijeenkomsten’ hebben we daar regelmatig. Leuk is dat, even zien waar iedereen van het Soepie mee bezig is. Door die beelden zijn ze even dichtbij en geniet ik mee. Ik krijg het zelfs een beetje warm van die plakkerige kinderhoofdjes en de picknick op het dakterras.

Later die avond mail ik met collega Michael. We doen het assessment van de modules samen. Hij zit in zijn vakantiehuis in Denemarken. Hij is nu net naar de snikhete bibliotheek gefietst. Daar hebben ze supersnel internet, dus kan hij de modules en mijn beoordelingen via Dropbox binnenhalen. Voordat hij naar het huisje terug fietst, overleggen we nog even via de mail. Ook nu gaat het weer razendsnel.

Zaterdagochtend beoordeel ik in de lobby de andere modules. Twee groepen hebben nog niets ingeleverd, terwijl ze dat op vrijdag al hadden moeten doen. Ook docenten gedragen zich als studenten als ze in een training zitten!:-)
Om 11 uur (10 uur Deense tijd) neemt Michael contact op. Weer is er een snelle verbinding. Via de mail chatten we over de beoordelingen. En passant bespreken we nog even het evaluatieformulier dat we volgende week uitdelen. Intercollegiale samenwerking op afstand, maar razendsnel, of we naast elkaar zitten.

Om 1 uur zit ik in de lobby. Ik wacht op collega Maraliza. Zij is vanochtend heel vroeg aangekomen en heeft hopelijk geslapen. Misschien is ze nog niet wakker. Zal ik haar een sms’je sturen? Maar daar is een sms’je: ik zit in het restaurant.
We kennen elkaar nog niet zo lang, maar er is een klik, dus we zijn direct druk in gesprek. De ober en serveersters worden onrustig. Bestellen we nog iets? Doen we, een driegangenmenu. Een stevig ontbijt! Het smaakt goed. Ondertussen zie ik dat achterin het restaurant een groot buffet geprepareerd wordt. Als we na de maaltijd nog een koffie bestellen, zie ik de ober moeilijk kijken. Achterin stroomt het vol met mensen. We hadden al lang weg moeten zijn. Te lang gekletst! Bijzonder toch als je elkaar beter leert kennen en je ziet allerlei parallellen in twee levens die zich zo'n eind van elkaar afspeelden. Maraliza woonde tot voor kort in Zuid-Afrika an ik woon mijn hele leven al in Haarlem.

Boven op de kamer bekijken we de voorbereidingen van Maraliza. Zij gaat de verbinding leggen tussen theorie en praktijk. De eerste vier weken hebben de cursisten veel theorie gekregen die ze moesten toepassen in hun module. Nu gaan ze oefenen met de praktijk van het studentgerichte begeleiden en coachen. Rollenspellen, micro teaching, presenteren, groepsdynamiek, daar gaat het de komende week over. Ook wij ‘alignen’!

Later in de middag maak ik de beoordelingsformulieren definitief. Ik wil ze mailen naar de groepen en op Dropbox zetten, maar er is geen verbinding. Dan niet, later die avond niet en ook deze zondagochtend niet. Dan maandag maar. Kan ik in het vliegtuig alle beoordelingen nog eens doorlezen, zodat ik zeker weet dat ik zorgvuldig geformuleerd heb.

Naar huis, 6000 kilometer overbruggen in één dag. Het is een enorme afstand. Maar die kunnen we in een paar seconden overbruggen. Via mail en allerlei netwerken blijf ik verbonden met die 43 cursisten.


vrijdag 2 augustus 2013

Assessment

Mijn laatste trainingsdag. De cursisten gaan nog een week door met collega Maraliza. Maar vandaag was het assessment van het eerste deel van de training: in een groep een module ontwikkelen op basis van een urgent probleem in de rechtspraktijk. In die module moeten de cursisten laten zien dat ze de kennis die ze verworven hebben, kunnen omzetten in een praktijkgerichte module. En dat niet alleen. Ze moeten laten zien dat ze vaardigheden hebben ontwikkeld op het gebied van samenwerkend leren en project- en probleemgestuurd werken en leren.

Een hele mondvol en misschien een beetje jargon, maar ja, dit is ook een blog van een onderwijskundige:-) In ieder geval hebben de cursisten er hun handen aan vol. En hun hoofden, want er zijn weer felle discussies vandaag tijdens de presentaties. Dat is ook de bedoeling. De luisteraars moeten na de presentatie opponeren: kritische vragen stellen over de gemaakte keuzes. Dat gebeurt! Tijdens de discussie blijkt steeds weer dat de deelnemers nog bezig zijn hun pas verworven kennis over nieuwe leerparadigma's, activerend en zelfgestuurd leren te incorporeren. De meesten hebben een bepaald beeld voor zichzelf uitgewerkt. Ze passen dit toe als ze luisteren naar de presentatie van de modules van de andere groepen. Soms blijkt dat die andere groep een heel ander beeld heeft.

Een voorbeeld:
Groep 9 heeft twee bestaande modules gecombineerd tot een nieuwe, praktijkgerichte module waarin studenten veel zelf moeten gaan ondernemen om te leren. Het grootste deel van de discussie gaat over die combinatie. Volgens de meesten kan dat niet. Studenten moeten eerst het één leren en dan het andere oefenen. Bovendien staat het zo niet in het curriculum. Het argument van de groep 'Het werkt nu niet, afgestudeerde studenten weten niet wat ze moeten doen' wordt door allen beaamd. Maar deze verandering is kennelijk een brug te ver. Toch is dit wat wij bedoelen: geef de studenten complexe problemen, of nog beter, laat ze die zelf bedenken en geef ze handvatten om te leren die op te lossen. Leer ze waar ze die kunnen vinden, laat zien hoe jij dat doet en andere experts...
Dan komt deze vraag: "Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat dit gaat veranderen in het Nationale Curriculum?" Ha, daar is iemand die niet vastzit in een beeld of concept, maar verder kijkt! De groep heeft geen antwoord. Ik ben benieuwd of ze dit nog aanvullen in hun eindproduct.

De hele ochtend is gevuld met presentaties.Als de stroom uitvalt, presenteren drie groepen zonder PowerPoint.  Elke keer zijn er weer kritische vragen. Vooral als het om een onderwerp gaat waar cursisten zelf mee te maken hebben, is de discussie fel. Maar er wordt ook gelachen. Aan het eind van de ochtend spreek ik ze toe. Ik schiet bijna vol als ik ze vertel wat ik van hen gezien heb: hun geworstel met student-directed learning. Hun ambitie om én de rechtspraktijk én het onderwijs op de Law Schools en in de Training Centers te verbeteren. Ik vertel dat ze een grote stap voorwaarts gemaakt hebben en dat ik merk dat hun gedachten over onderwijzen en leren meer vorm gekregen hebben. Wat een geweldige ervaring om het hen te kunnen werken. Daar bedank ik ze voor. Ze applaudisseren. "En nu allemaal mee naar buiten, dan zet ik jullie op de foto1"
Ze zijn het niet allemaal, want een aantal moest naar de moskee voor het vrijdagmiddaggebed en er waren zieken. Maar de meesten staan erop.

En nu mijn assessment. Mijn creditcard werkte niet in het hotel. Volgens de receptionist kun je met een Master Card alleen geld opnemen in het Sheratonhotel. Na afloop van de training brengt Bihian mij erheen. Het stikt er van de politieagenten en de weg is geblokkeerd. Naast het Sheraton is een grote moskee. Vorige week waren daar rellen en is de vlag verbrand, dus nu nemen ze geen risico. Bihian mag me voor de ingang van de  Sheraton-oprijlaan afzetten. Zijn armoedige taxi mag niet naar binnen, mag niet eens op de parkeerplaats buiten het hek. 
Veel boebeleboe, twee securitypoortjes, een sjeik die met een enorm gevolg naar buiten komt, twee pinautomaten, een credicard én een pinpas verder, heb ik het geld. 

Ik loop naar boven naar de weg. Er staan nu nog meer agenten belangrijk te doen. Ik zie Bihian aan komen rijden, hij mocht vast niet blijven wachten. Eerst mag hij niet keren, maar hij wijst naar mij, dan kan het ineens wel. Het verkeer wordt zelfs tegengehouden. Soms is het handig om een grijze, blanke vrouw te zijn!

donderdag 1 augustus 2013

Merkato

"Here starts Merkato," zegt Bihian. We rijden over een weg met aan weerszijden allemaal winkeltjes met autoparts. Het is er heel erg druk. Auto's zijn in Ethiopië erg duur vanwege de hoge belastingen. Bovendien is de gemiddelde leeftijd van de auto's hier 15 jaar. Dus je koopt je onderdelen op een plek waar de prijs laag is vanwege de concurrentie en waar veel winkels bij elkaar zijn. Dan is er altijd wel een die dat onderdeel heeft. 

De weg gaat omhoog en wordt hoe langer hoe hobbeliger. We slaan linksaf een modderweg vol kuilen in. Bihian rijdt er behendig omheen. Hij is een topchauffeur. Het is een feest om met hem door het verkeer te zigzaggen. Hij kent elke kuil en weet elk gaatje te benutten, zodat we bijna nooit stilstaan. Aan het eind van de modderweg is een parkeerplaats. We zijn nu middenin de Merkato. Een markt in de vorm van een dorp. Elke wijk heeft zijn specialiteit. 

We beginnen bij de schoenen. Tientallen kleine winkeltjes, volgepropt met schoenen, in alle maten, kleuren, soorten en gewichten. De verkopers proberen me naar binnen te lokken, maar ik ga verder, want er is nog meer te zien. Naar serviesgoed en keukengerei. Bihian wijst me op de ijzeren plaat waarop de koffiebonen gebrand worden. Ik herken ook het koffietafeltje: een plastic bak met tule aan de binnenkant. Zo een heeft hij ook. In elk kraampje tientallen koffiekopjes, oventjes en waaiers voor de koffieceremonie. En pannen, eerst nieuwe, maar aan het eind van de weg ook gebruikte. 

"Alles wordt hier gebruikt," zegt Bihian. Hij wijst op een man die een stuk ijzer opraapt, "zelfs dat. Alles heeft waarde, er wordt niets weggegooid." Hier in Ethiopië begrijp ik dat goed. Je wordt wel creatief als je geen nagel hebt om je kont te krabben. (Uitdrukking die mijn ouders graag gebruikten om duidelijk te maken dat iemand heel erg arm was) Maar gaat het ons lukken ooit weer zo te denken? Niet weggooien, maar doorgeven en hergebruiken? Ik probeer duurzaam te leven, maar ben hier nog heel ver van verwijderd.

Oversteken naar de kleding. Veel kleuren, veel avondjurken, veel glitter en glans. "De Merkato is voor iedereen," zegt Bihian, "voor rijk en arm, je kunt zelfs voor één birr een hap eten kopen. Dus ook de allerarmsten kunnen hier terecht." Maar in dit deel lopen modieuze dames naast volledig gesluierde, allemaal op zoek naar nieuwe kleren. We gaan door een heel nauw paadje, met zelfs daar aan weerszijden een soort eenpersoonswinkeltjes. Opschudding!! Giechelende meisjes duiken hun winkeltje in, andere proberen mij naar binnen te lokken: "Alleen maar kijken!" Een kindje schrikt van dit bleke mens. Haar zusje vindt mij juist erg leuk, schenkt me een stralende lach en zegt "Hi". Ik zeg "Hi" terug, weer die lach. Moeder helemaal blij, omstanders ook. Kruip door, sluip door langs nog meer winkeltjes met allemaal ongeveer hetzelfde aanbod. 

Naar de kruidenierswaren. Heerlijke geuren van de schotels met uitgestalde kruiden waaien me tegemoet. Grote balen met allerlei soorten linzen, want die worden heel veel gegeten hier. Maar ook rijst, bonen en meel. Voortdurend een kreet achter mij die ik niet versta maar direct begrijp: "Opzij!"  Dan komt er iemand aan met een enorm pakket op zijn rug of hoofd. Hij loopt / rent door de smalle steegjes. Ongelooflijk wat een hoeveelheden ze op hun rug vervoeren. Er zijn ook ezels, maar de meeste kooplui moeten het op deze manier doen. Geen ARBO, geen vakbond, gewoon op je rug nemen.  

We zijn aangekomen bij de rieten manden. Grote ronde met een puntdeksel om injera in op te dienen. Maar ook kleine. Daar word ik altijd een beetje hebberig van. Maar ik beheers me, want hoe krijg ik dat allemaal mee terug het vliegtuig in?! Een goede reden om duurzaam te denken. Hoewel, een vliegtuig... duurzaam... die twee gaan ook niet samen. Hoe rijm ik dit allemaal? Wat moet ik met die enorme verschillen. Hoe luxueus lijkt duurzaamheid in Nederland mij nu toe. En wat een luxe om hier kennis te brengen met een vliegtuig en vanuit een schoon hotel. Dilemma's die voortdurend in mijn gedachten zijn op zo'n plek als deze.

Het begint te regenen. Geen tijd om na te denken: paraplu op, opletten, niet uitglijden, modderrivieren ontwijken en ergens naar binnen om te schuilen. Een enorme donderslag. Alle aanwezigen slaan een kruis. Ik krijg een stoel aangeboden. Volgens Bihian is dat uit respect. Dat hoort bij hun cultuur. Is dat respect omdat ik de enige blanke ben of omdat ik de oudste ben (wat ook zo is)? Ik word er haast argwanend van. Respect is goed, maar ik wil het niet omdat ik toevallig blank ben. Maar ik ga wel zitten, want ik ben ook goed opgevoed en aanvaard het aanbod. 

Na een tijdje wordt het droger en gaan we verder. We zien heel veel. Ik koop nog wat cadeaus. Bihian dingt af, want ze vragen echt veel te veel, vindt hij. Voor ons zijn het kleine bedragen, maar ik laat hem afdingen. Ik leer...

woensdag 31 juli 2013

Micro Teaching




We naderen het eind van week 4 van de Training the Trainer program 2013 in Addis Abeba. Vrijdag leveren de cursisten hun definitieve module in. 

Deze week hebben ze hard gewerkt aan een voorbeeld van een leeractiviteit en een assessment. Veel van hen vinden dat moeilijk. Ze hebben allemaal een overzicht van de onderwerpen en de activiteiten gemaakt. Maar het uitwerken in een lesplan is heel wat anders. Dan gaat het vooral ook om het ‘hoe’. Hoe formuleer je een opdracht die de studenten uitdaagt om kritisch te denken en hoe zorg je ervoor dat ze dat daadwerkelijk gaan doen? We hebben geoefend in het ontwerpen van een assessment, in het schrijven van een casus en een opdracht. We hebben allerlei activerende werkvormen toegepast, want ons credo is “Practice what you Preach”.

Vandaag moeten ze echt aan de bak: Micro Teaching. Drie groepen bijten het spits af. Eén van hen is de docent en zal 10 minuten van een leeractiviteit uitvoeren. Wij zijn met z’n allen de studenten. Na tien minuten stoppen we. De docent vertelt zijn ervaringen en de groep geeft feedback, vooral over de didactiek.

Vooraf is er nog druk overleg. Ik moet ze aansporen naar voren te komen, maar dan gaat het los.

Groep 2 maakt een module over de manier waarop politieagenten met verdachten omgaan. Ze presenteren een waar gebeurde casus. Die hebben ze gisteren nagespeeld en op video gezet. Hilariteit in de klas! Daarna moeten we aan het werk: wat was er niet goed aan het gedrag van de agent, waarom niet en hoe kan het beter? Na acht minuten sluiten de docenten, het zijn er twee, de les af. Veel feedback en goede! Zelfs van een van de dames die nog nooit iets hardop in de groep gezegd heeft, heeft een goede opmerking.  
Groep 7 begint met een grap...
Groep 7 begint met een grap. Weer hilariteit. Maar na afloop ontstaat een felle discussie over de impact van deze grap. Sommigen vinden dat je op deze manier het beroep van advocaat in diskrediet brengt. En het beeld van advocaten is toch al niet zo positief. Anderen vinden het juist goed dat je dit aan de orde stelt en vinden het een geweldig voorbeeld van het probleem. Er bestaan nu eenmaal verschillende interpretaties van de wet en de verschillende betrokkenen hebben soms belang bij die verschillende interpretaties. 
We concluderen dat het belangrijk is je van tevoren goed te oriënteren op je doelgroep. Dan weet je of je zoiets kunt doen.

Groep 9 schuift een openbaar aanklager naar voren die zich behoorlijk autoritair opstelt, maar met een knipoog. Tenminste, zo ervaar ik het. Hij bespeelt de groep. Ook nu weer veel gelach, maar na afloop ook veel kritiek op zijn, volgens sommigen, soms intimiderende houding. Hij verdedigt zich na elke opmerking. Ik schrijf op dat ik iets ga zeggen over het ontvangen van feedback, maar dat is niet meer nodig. Een van de cursisten geeft hem dat mee. “In de rechtszaal gaat het anders dan in een klas.” 
Onze conclusie is dat je wel jezelf moet blijven voor de groep, maar dat je je aanpast aan de groep en dat je vooral respectvol blijft.

Geweldig om te zien dat de groep reageert. En hoe: kritisch en gefundeerd. Ik geniet ervan. Op de eerste dag was het moeilijk om een reactie los te krijgen en nu moet ik ze bijna afremmen, omdat we over de tijd heengaan!

Volgende week komen de andere 40 studenten aan de beurt. Wat zal collega Maraliza genieten!
 

Mehretab

De module A program for Law of Criminal procedure wordt ontwikkeld door een groep van zes cursisten. Ze zijn óf universitair docent aan een Law School óf trainer in een Justice Professionals Training Center. Zij hebben een complex probleem geformuleerd: het dichten van de kloof tussen de theorie en praktijk van het strafrecht door middel van het werken met probleemgestuurd leren in grote klassen (zo’n 50 of meer). Ze vertelden dat dat het officiële aantal is. Meestal zijn het er rond de zeventig en soms wel honderd. In een lokaal voor vijftig!

Met die grote klassen hebben ze het moeilijk. Het zijn de problemen die wij in Nederland ook kennen. Studenten doen niet veel, blijven weg als lessen niet verplicht zijn, komen te laat en leveren ook hun opdrachten te laat in. Daarom wil deze groep hun onderwijs probleemgestuurd maken. Dat vraagt meer inzet van de studenten. Inzet en betrokkenheid beïnvloeden de motivatie van studenten in positieve zin. Als ze meer gemotiveerd zijn, leren ze beter en meer. Een mooi en ambitieus plan dus. Ze werken intensief aan deze nieuwe manier van werken. Moeilijk, want ze zijn gewend aan hoorcolleges. Maar ze willen echt veranderen.

Vandaag tijdens het groepswerk vroeg Mehretab iets over hun module. Toen we dat besproken hadden, zei hij dat hij het nog eens wilde hebben over te laat komen. Hij was degene die vorige week een beetje moeilijk deed, toen ik namens de projectleider aankondigde dat je als absent zou worden aangemerkt als je meer dan tien minuten te laat was. Dat is een probleem, want er staat in de regels dat je maximaal 10% van de training mag missen. Dan zit je al snel in de gevarenzone. Kennelijk had ik de discussie te rigoureus afgekapt. Prima, ik had wel even tijd en een beetje reuring kan nooit kwaad.

Maar het werd geen discussie. Hij zat juist erg in zijn maag met die laatkomers. Hij was het helemaal eens met mijn argumenten: respect tonen voor docent en medestudenten, je verantwoordelijk voelen voor het leren, afspraken nakomen. Alleen zijn studenten trokken zich er niets van aan. Bovendien was hij bang dat ze helemaal niet meer terug zouden komen als hij ze de deur wees.

Een oplossing heb ik daar ook niet voor. Ik heb wel de overtuiging dat afstand en regelgeving dit gedrag uitlokken. Als student heb je het gevoel dat het niet over jou gaat. Ik begrijp die studenten wel, ook al maak ik me er soms kwaad over. We hadden het over activeren en studentgericht en over betrekken. Ik wees hem op een aantal artikelen in de reader die goede voorbeelden geven van activerend leren en veranderen van je onderwijsconcept. Toen werd ik geroepen door een andere groep.

Het bleef door mijn hoofd spelen. Ik kan het me zo voorstellen dat je hiermee worstelt. Het lijkt zo’n marginaal probleem, maar het staat ergens voor. Tijdens het voorbereiden voor morgen bedacht ik wat ik zou doen in dit geval. Dus ik heb een mail gestuurd en het daarin geschreven.

Ik zou aan de studenten vragen waarom ze te laat komen. Als er teveel zijn om het persoonlijk aan ze te vragen, zou ik ze een een-minuut-paper laten schrijven. In één minuut per student kon ik dan lezen waar het aan schortte. Ik zou dan samen met hen bekijken of ik ze kon helpen om hun gedrag te veranderen.
Als ze ‘zomaar’ te laat kwamen, zou ik ze erop aanspreken. Niet allemaal tegelijk, maar alleen, of in kleine groepjes, na de les. Aandacht zou ik ze geven en tijd, ook al is die schaars. Ik zou ze laten merken dat ik ze zag, als mens.

En ik zou ze aan het werk zetten met echte problemen, waar ze flink over moesten nadenken en die ze niet konden oplossen zonder grondig onderzoek te doen en veel te studeren. Ik zou ze vertellen dat ik ervan overtuigd was dat zij dit probleem konden tackelen, anders had ik het hun niet gegeven. 

En ik zou ze vertellen dat ik het de moeite waard vond om ze te helpen bij het leren en dat leren zo leuk is dat je vanzelf op tijd komt.


dinsdag 30 juli 2013

Koud

Ja, het is koud hier. De temperatuur schommelt rond de 17 graden. Als er weer een enorme regenbui boven Addis Abeba losbarst -en dat gebeurt een paar keer per dag en nacht- is het niet meer dan 15. Alleen als de zon af en toe doorbreekt, komt het in de buurt van de 20 graden.

Niet alleen ik heb het koud, ook de cursisten komen bibberend binnen. Ze houden hun jas aan. Ik geef ze groot gelijk, want het is kil. Er is sowieso geen verwarming en van de zeven ramen in het lokaal sluiten er vijf niet echt. Ze staan dus de hele nacht open. En ’s nachts koelt het flink af. Open ramen zijn geen probleem. Het ministerie gaat ervan uit dat er niet ingebroken wordt, want er is permanente bewaking. Inderdaad word ik weer gefouilleerd. Die ene keer vorige week was het de regen die ervoor zorgde dat ik door kon lopen!

Ook in mijn hotelkamer is het koud. Omdat het een hoekkamer is, is het er heerlijk licht, maar de vele ramen en de dunne muren houden kou en vocht niet tegen. Ik vermoed dat het dak ook niet echt geïsoleerd is en mijn kamer is op de bovenste verdieping.

Van theetafel naar bureau en de gordijne zijn dicht
Als het donker is, rond zeven uur, koelt het snel af. Om de kou te weren, doe ik de gordijnen dicht. Dat is een hachelijke onderneming. De gordijnrails zijn stroef, hard trekken op de grond helpt niet, dus... Ik stap op de theetafel om het gordijn bij de deur dicht te doen. Ik stap over op de leuningen van de twee fauteuils om de gordijnen aan de ene kant van de kamer dicht te doen. Goed mijn evenwicht bewaren, want ze wiebelen! Daarna via de koffertafel op het bureau, voor de gordijnen aan de andere kant. Via de stoel bij het bureau weer terug naar de vloer.

Na avondmaal en koffie installeer ik me achter mijn bureau. Ondanks twee paar sokken heb ik nog steeds koude voeten als ik ’s avonds zit te werken. Daarom heb ik een van de twee kleedjes bij het bed onder het bureau gelegd. Dat helpt iets. Ik trek nu ook een jasje aan, sla een wollen sjaal om, en doe het cadeau van Bihian, een sjaal met traditionele motieven, om mijn nek. Zo red ik het prima!


Alle Ethiopiërs die ik ontmoet hebben het over het weer. Ze verontschuldigen zich voor de kou. De regen vinden ze vervelend, maar die hoort erbij. De kou die is pas erg! Terwijl het in deze tijd van het jaar ook best vaak mooi kan zijn, hier in Addis, maar zeker in andere delen van het land. 

Ze vinden het dus écht zielig voor mij als ik vertel dat het in Nederland gewoonlijk best koud en regenachtig is, maar nu al twee weken niet.