Na 2 weken training presenteren de projectgroepen hun
proposals tijdens de midterm presentations. Omdat ik nu een paar dagen eerder
in Ethiopië ben, kan ik deze presentaties meemaken. Dat geeft me een beter
inzicht in hun bedoelingen en vorderingen dan alleen een schriftelijk voorstel.
In mijn eigen woorden is opdracht aan de deelnemers.
Ontwerp met je
projectgroep een training over een complex juridisch probleem voor
professionals uit het juridisch domein. In de training die je ontwerpt maak je
gebruik van de leertheorieën en -praktijken die je tijdens de training hebt
ervaren. Je levert als groep een handleiding op voor zowel deelnemers als
toekomstige trainers.
Het is de bedoeling dat de groepen een training ontwerpen waarin
de deelnemers actief kennis verwerven en met elkaar delen en dat ze al doende
ook stappen zetten in de oplossing van het gegeven probleem. Dat is complex
voor de trainers. In het trainingsontwerp moeten zij laten zien dat ze hun
trainees kunnen stimuleren om niet alleen braaf naar de lezingen te luisteren,
maar zelf op zoek te gaan naar kennis. Ook zullen ze hun trainees niet meer bij
de hand nemen en naar een oplossing leiden. Nee, ze geven de opdrachten op een
zodanige manier dat de trainees zélf uitzoeken wat werkt en wat nodig is om het
probleem op te lossen.
Een heel andere manier van werken dan deze trainers gewend
zijn. De meesten zijn én een juridisch professional én trainer van hun
collega’s. Maar trainen betekent voor hen: college geven. Nu gaat het om meer en
andere werkvormen. En om een andere houding van de trainer.
In de afgelopen twee
weken hebben ze veel geleerd over het belang van actief leren, van het langzaam
overgaan van de ene manier van werken naar de andere. Van instructie en college
geven naar werkwijzen die de deelnemers diep aan het denken zetten. Van
luisteren naar de trainer naar het zelf ervaren, denken en doen. Wij hebben
onze training zo ingericht dat zij kunnen ervaren wat dat in de praktijk
betekent: Practice as you preach!!
Tijdens de presentaties merk ik wat zij hiervan hebben
opgepikt. In hun voorstellen mikken ze allemaal op geheel zelfsturende deelnemers
in goed functionerende projectgroepen die ook nog eens werken en denken op een
hoog abstractieniveau. Hier zie ik wat er nog vaak gebeurt: onze deelnemers
doen wat ze denken dat wij trainers willen zien. Ze vinden het moeilijk om hun
eigen plan te trekken en voor een meer realistischer optie te kiezen. Terwijl
een dergelijke opzet van een training gedoemd is te mislukken. Als het ons met
zeer gemotiveerde trainers al heel moeilijk is om in 4 weken een dergelijke
verandering teweeg te brengen. Hoe kunnen zij dat dan verlangen van hun
onervaren trainees?
Hier speelt de Ethiopische cultuur een grote rol: als
deelnemer aan een training doe je er alles aan om de trainer tevreden te
stellen. Voor hen is het moeilijk te begrijpen dat je iets anders doet dan de
trainer zegt. Dus als Michael zegt: ”You have to be ambitious on the learning
outcomes.” dan mikken zij op het hoogste niveau, ook al is dat absoluut
onrealistisch.
Dat balanceren tussen de verschillende perspectieven en
culturen maakt het trainen zo interessant. Ik kom steeds weer voor verrassingen
te staan. Een van de belangrijkste voorwaarden voor leren is het gevoel van
veiligheid. Daarmee bedoel ik dat de deelnemers zich kunnen vergissen, fouten
kunnen maken, dat we daar met elkaar om kunnen lachen en ervan kunnen leren. Alle
deelnemers zijn vriendelijk, voorkomend en respectvol tegen mij. Maar écht vrij
voelen zij zich niet. Nog niet, hoop ik. Misschien wordt het in de loop van de
week beter, want we gaan echt oefenen. Om daarvan te kunnen leren, is het
belangrijk dat je je vrij en zeker voelt.
Carpe-Diemsessie |
Ik merk dat het de deelnemers veel energie kost om deze
verandering door te maken. Ze willen het heel graag, maar lopen op tegen alle
vaste patronen en aannames over leren en trainen die ze in de loop van hun
leven hebben opgebouwd. Daarnaast is het volgen van de training in het Engels
een extra handicap. Ze hebben allemaal 3 talen: Oromo, de taal
van deze regio en Amharic, de officiële landstaal. En dan Engels, de
taal van de universiteit. De meesten spreken echter bijna nooit Engels, dus we
vragen veel van hen. Daarin staan we gelijk, want ik vind het soms moeilijk om
me echt goed uit te drukken in het Engels. Dat benadruk ik dan maar. Het helpt
hen een beetje om steeds te spiegelen: dit is wat ik nu met jullie doe en op
deze manier kun je het met jullie eigen trainees doen. Bijvoorbeeld trainees
die de opdracht snel begrijpen laten uitleggen wat de bedoeling is. Het blijft leren met vallen en opstaan, voor hen en voor
mij.