donderdag 20 september 2018

Kijkschrijven



Ik woon al 23 jaar tegenover de “Nieuwe Bavo”, de kathedrale basiliek aan de Leidse Vaart in Haarlem. Als ik aan mijn werktafel zit te werken en even opzij kijk om na te denken, zie ik de groene koepel. En als ik op zondag zit te ontbijten hoor ik de klokken beieren voor de mis van 10 uur.
Ik ben een aantal keer binnen geweest, tijdens de kerstnacht, de paaswake en om naar een concert te luisteren. De afgelopen jaren is de kathedraal gerestaureerd. Vanuit mijn werkkamer heb ik de restauratie van de buitenkant gevolgd. Steeds als er een steiger verdween, kwam er een stukje kerk tevoorschijn dat niet meer leek op wat het vroeger was. Ik had niet eerder gezien dat er zoveel beelden en versieringen waren. De grauwsluier was verdwenen, de kathedraal had kleur gekregen!


Ook binnen is de kerk gerestaureerd, vooral de nieuwe glas-in-loodramen van Jan Dibbets vind ik heel mooi. Al die schoonheid was voor Haarlems stadsdichter Willemien Spook aanleiding om een workshop ‘Kijkschrijven’ te organiseren. Aan de hand van opdrachten kijk je naar een object en schrijft erover. Ik ben meestal een vluchtige kijker, heel soms neem ik de tijd om een kunstwerk langer dan een halve minuut te bekijken, maar meestal ben ik snel afgeleid en gaan mijn ogen al naar het volgende werk. Ik wil dat kijkschrijven wel eens ervaren. Een mooie reden om weer eens naar de kerk te gaan.


We hebben geluk, de zon schijnt. Dan ziet een kerk er al meteen anders uit! Met negen mensen zitten we aan een tafel in de verder lege kerk. Willemien heeft een kijkschrijfwijzer gemaakt, daarmee gaan we op pad. Ieder voor zich, met een strakke planning en gestructureerde opdrachten. Zo moeten we binnen 10 minuten een object vinden. Dat lijkt me moeilijk in zo’n grote kerk, maar eigenlijk weet ik het direct als ik ‘mijn’ object zie. Ik loop mijn rondje door de kerk nog af, maar ik keer snel terug. Grappig dat je in die grote kerk binnen die korte tijd allemaal iets vindt wat je aandacht trekt, soms een heel klein detail.
Met de opdrachten, pen, horloge en telefoon zoek ik een plek in de doopkapel. Er is geen stoel of bank, dus ik ga op de grond zitten. Tegenover mij hangt een prachtig kunstwerk van glas. Ik moet nu 5 minuten kijken, al mijn zintuigen open zetten en waarnemen. Ik mag niets opschrijven. Daarna nog eens 5 minuten heel intensief kijken en nog steeds niets opschrijven. Wat zie ik veel: een rond glazen object dat hangt in een van de timpanen van de kapel. Het lijkt een oog, maar dan omgekeerd: het oogwit is zwart en de pupil is wit en het lijkt of er een kikkertje op zit. Er omheen 5 glasscherven, gepolijst en niet aan elkaar passend, ook al lijkt dat in eerste instantie wel het geval. Ik denk aan scherven brengen geluk, aan breekbaarheid en tederheid, aan snijden en pijn, aan glad en scherp. Dan mag ik in 5 minuten alles opschrijven wat ik denk. Mijn gedachten draaien steeds om dat glas en de scherven. De 5 minuten zijn zó om.
De volgende 10 minuten maak ik kleine opdrachten die me dwingen steeds beter naar het kunstwerk te kijken en te voelen wat het met me doet. Dat wordt nog sterker met de volgende opdrachten waarin ik ‘naar binnen’ stap. Dan is het tijd om te schrijven. Mijn gedachten dwarrelen alle kanten uit. Ik kan niet goed bedenken vanuit welk perspectief ik nu ga schrijven. Ik probeer een verhaaltje te schrijven, maar dat bevalt me niet. Ik krijg niet de goede toon. Uiteindelijk kom ik uit op dit:

Scherven
glad en rond.
Geen scherpe randen, geen
spitse hoeken.
Gladde scherven,
spiegels van de ziel.
Harde woorden werden zacht.
Boze gedachten werden kalm.
‘Het moest zo zijn’
‘Zo gaat het nu eenmaal’
Eens was het heel, een hoopvol begin,
rond en sterk.
Het brak…
Nu zijn er scherven,
gladde scherven.

Ik krijg een appje van vriendin H die ook meedoet. De groep heeft zich weer verzameld aan de tafel. Ik haast me naar hen toe. Nu voel ik dat ik koud geworden ben van de stenen vloer. Ik luister naar de kijkschrijfsels van de anderen. Negen verschillende verhalen over negen objecten in de kerk. Gelukkig geen feedback over hoe het anders of beter had gekund. Gewoon luisteren en tot je nemen. Door de vragen en opdrachten van Willemien heeft ieder van ons heel anders naar het object gekeken. Ik vond het spannend om al die indrukken daarna om te zetten in geschreven woorden, er een vorm voor te vinden.

Thuis zoek ik op van wie mijn object is: Marc Mulders. Het werk in de timpaan waarover ik kijkschreef, is een deel van het totale kunstwerk in de doopkapel. Het bestaat uit een glasschaal in de nok, 4 werken in de timpanen en een raam boven de deur naar de kerk. De titel is ‘Levend water’ en het past helemaal in die doopkapel. Mijn kijkschrijfsel gaat over iets heel anders, dat vindt Marc Mulders vast niet erg. Ik heb zijn werk écht gezien. Daar heeft dit kijkschrijven voor gezorgd. Ik ga dit vaker doen!

 Meer informatie:



Beschrijving van het glaskunstwerk in de doopkapel: https://www.rkbavo.nl/wp/wp-content/uploads/2016/12/BIDS_201612.pdf


zondag 8 juli 2018

Bij mijn afscheid van M&B...


Aan het eind van dit collegejaar neem ik afscheid als onderwijskundige van de faculteit Management & Bedrijf van Hogeschool Leiden. Deze week was mijn afscheidsfeest. Een feest was het, met een spetterende voorstelling van Steef de Jong van www.grootsenmeeslepend.nl, mooie en warme woorden en veel cadeaus. Ik voel me zó gewaardeerd en gezien!
Steef de Jong in het Huzarenstukje

Dit was mijn speech:

Ik was net 17 toen ik me realiseerde wat het betekent aan anderen iets te leren. Ik wilde na mijn eindexamen naar de theaterschool. Maar ik kon pas worden toegelaten als ik 18 was en dat duurde nog twee jaar. Ga naar de pedagogische academie, zeiden mijn ouders. Daar heb je altijd iets aan en je bent 19 als je klaar bent. Dan kun je alsnog naar de theaterschool.

Ik zat er nog maar net, toen ik ontdekte hoe leuk het is om anderen te helpen bij het leren. Ik voelde de magie van voor een klas staan en leerlingen meenemen in een verhaal. De ademloze stilte, de gezamenlijke zucht van opluchting als de held ontsnapte aan de boef. Ik voelde de trots als er weer een tafel geleerd was of bijna de hele klas een voldoende voor het dictee had. En ik genoot van de chaos en verwondering bij experimenten: mosselen koken in de klas, liedjes maken, een boterham met pindakaas laten vallen om te kijken naar welke kant hij valt. (op de besmeerde kant). Ik leerde leren, dat is de rode draad in mijn loopbaan. Daar wil ik jullie graag iets over vertellen.

Ik leerde dat ik iets kon betekenen voor die kinderen, dat ik het leren gemakkelijker kon maken. Ik zag hun trots als ze zich iets moeilijks eigen gemaakt hadden, ik zag hen groeien en hun perspectief op de toekomst. Ik was hun juf, zij waren mijn klas, mijn kinderen.  

Ik leerde met vallen en opstaan het vak van docent. Ik leerde hoe verwarring tot leren kan leiden, ik leerde 55 manieren om de stam + t uit te leggen, ik leerde feedback op collega’s in zorgvuldig gekozen woorden te vatten, ik leerde dat verbinding geen loos modewoord is, maar bestaat en dat het werkt.

Na een paar jaar voor de klas ging ik in deeltijd Nederlands studeren. Zonder baan, want die waren schaars door de bezuinigingen. Naast die studie leerde ik vooral on the job. Ik leerde wat het is om, een langdurige relatie te hebben, kinderen te krijgen, ze te verzorgen en op te voeden. Ik leerde van weinig geld rondkomen, want met één onderwijzerssalaris en drie kinderen kun je niet zo veel. Ik leerde kleren naaien voor het hele gezin, een moestuin onderhouden, groenten en fruit verwerken.

Ik leerde vol verwondering en plezier van het vanzelfsprekende leren van kleine kinderen, hoe leren voor hen onlosmakelijk verbonden is met leven en overleven. Ik zag aan hen hoe urgentie en motivatie leiden tot grootse prestaties: je omdraaien op je buik en weer terug, leren lopen, leren praten. Ogenschijnlijk vanzelfsprekend, maar doelgericht, met een enorme toewijding en doorzettingsvermogen.
  
Wat ik leerde...
Ik kwam in het voortgezet onderwijs als docent Nederlands. Ik zag daar de pubers die best wilden leren, maar niet hier en nu. Ik zag de verwarring, de moeite, de chaos in hun hoofd en hart. Daar leerde ik dat het tijd kost vertrouwen te winnen en verbinding te maken. Dat het ook niet altijd lukt. Dat je soms moet loslaten wat moet en hoort, om vanuit je hart een leerling aan te spreken. Dat je soms na de eerste examenochtend een hypnotherapeut moet vragen om een leerling via hypnose tijdelijk van een blokkade af te helpen, waardoor hij met negens, zijn verloren zelfvertrouwen terugvindt en het examen haalt.

Maar ik leerde ook dat leven moeilijk is. Ik leerde wat het is om aan je kinderen te vertellen, dat papa en mama gaan scheiden. Ik leerde afstand te doen van een ideaalbeeld en verdriet te veroorzaken bij degenen die je het liefste zijn, onzekerheid en chaos in je hoofd en om je heen te hebben. Maar ik leerde ook dat je je grote liefde kunt vinden. En ik leerde hoe je van twee gewonde en gemankeerde gezinnen een nieuwe samenlevingsvorm maakt, het Soepie van Koorstraat 2. Ik leerde daar misschien meer van dan van alle boeken en theorieën, omdat het me als mens gevormd heeft, milder gemaakt, reflectiever enerzijds en doelgerichter anderzijds, want je leeft maar één keer.

En hoe werd ik dan onderwijskundige, want dat is toch wat ik hier tien jaar gedaan heb? Ik ging weer studeren, onderwijskunde. Mijn honger naar kennis stillen, over dat complexe systeem dat onderwijs is en het leren van mensen. Ik werd onderwijskundige en na 4 jaar in Rotterdam bij de verloskundeopleiding kwam ik hier.

Hier werk ik bijna niet met studenten. Ik werk met docenten, managers, ondersteuners.
Is er veel verschil? Nee, niet echt. Ik leerde hier dat veel collega’s na een carrière elders, het nieuwe beroep van docent willen leren. Dat ze weer beginneling durven worden en zonder noemenswaardige ervaring voor de klas gaan staan. Dat ze soms kwetsbaar zijn en onzeker, maar toch doorgaan en langzaam maar zeker die docent worden, die zich op zijn eigen manier verbindt aan zijn studenten. En dus tot in de late uurtjes nakijkt en feedback geeft, 55 manieren bedenkt om uit te leggen hoe je een probleemstelling formuleert, en toetsen maakt om van te leren.

Ik leerde en passant uit al die modulehandleidingen en toetsen veel over de 5 P’s, Ulrich, formeel en  materieel strafrecht, mediation, business canvas model, PR en social media,.
Ik leerde dat er bij M&B veel mensen zijn die hun nek uit durven steken en het gesprek aangaan over wat er voor hen werkelijk toedoet in het onderwijs. Die zich committeerden aan onze TOP, Toekomstbestendige Onderwijspraktijk  zonder dat die helemaal strak en uitgelijnd was.
Ik leerde dat er bij M&B een MT is dat durft los te laten omdat ze geloven in een andere manier van leren en dus dubbel ervaren dat bij leren en veranderen chaos hoort en onzekerheid, want ze voelen het bij zichzelf én in hun teams.

Ik leerde dat ook docenten leren als er een urgentie is: Ojee, Blackboard verdwijnt echt! Nu moet ik Daan toch vragen hoe het zit met Sharepoint en Itslearning! Ik leerde dat ook docenten trots zijn als ze die nieuwe leeromgeving onder de knie krijgen en een mooie e-learning maken of flipping the classroom echt goed toepassen.

Ik leerde dat ik een enorme geluksvogel ben, of eigenlijk wist ik dat wel, maar ik prijs me gelukkig dat ik de laatste tien jaar van mijn onderwijsloopbaan hier heb kunnen werken, met jullie. Jullie hebben me steeds weer geleerd dat we heel verschillend kunnen zijn, heel verschillende opvattingen kunnen hebben, maar dat we allemaal gaan voor die student die gaat leren. Die later als een goede professional en als een goed mens zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. Dat is wat me met jullie verbindt, dat is wat ik in jullie herken.

Dat is waarom ik hier met zoveel plezier, energie en inspiratie gewerkt heb. Hier heb ik ervaren wat ik voelde in die klas, op de Philomenaschool in Haarlem-Noord: leren is leuk, leren mogelijk maken is nog veel leuker, want dubbelop. Maar hier bij M&B is er een dimensie bijgekomen, hier kwam het samen, hier heb ik geleerd en gevoeld wat het is om te leren van en met elkaar.

Dank jullie wel daarvoor!!!