maandag 30 juni 2014

Regelnicht

Dochter A. is een echte regelnicht. Dat manifesteerde zich al toen ze nog maar vier jaar oud was. Ze organiseerde en regisseerde haar zus en broer vakkundig tijdens het spelen. Geen wonder dat ze terecht kwam bij de productionele kant van televisie en sinds kort ook van theater: www.grootsenmeeslepend.nl

Ik zie haar vader en mezelf niet direct als ‘regelaars’. Toch is ze wel een beetje erfelijk belast. Als docent in het basisonderwijs merkte ik dat ik best goed kon organiseren en regelen. Het is heel fijn als je je onderwijs goed kunt inrichten, zeker als je begint met een klas van 40 leerlingen, zoals ik. Daar heb ik geleerd hoe belangrijk het is dat je niet alleen goed weet wat je aan je leerlingen of studenten wilt leren, maar dat het essentieel is om dat zó te organiseren dat het ook gebeurt.

Die ervaring kwam me goed van pas als docent in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Ik breidde mijn repertoire uit, want er wordt daar een ander beroep gedaan op je organisatievermogen. Al was het maar omdat pubers – net als wij allemaal -  graag leren, maar vaak niet op het moment dat ze bij jou in de klas zitten. Dan is het essentieel ze te verleiden met een goed verhaal en veel activiteit. Je wilt ze triggeren om te luisteren en mee te doen.

Ook als onderwijskundige in het hbo bouw ik voort op die ervaringen. Daar wordt vaak op een andere manier een beroep gedaan op mijn organisatievermogen, bijvoorbeeld in teambijeenkomsten of trainingen. Soms gaat het ook verder.

Ik vertegenwoordig Hogeschool Leiden in het E-mergeproject Digitaal Toetsen. E-merge[1] is een samenwerkingsverband van Universiteit Leiden, De Haagse Hogeschool, TU Delft en Hogeschool Leiden. Ze werken samen aan projecten waarbij ze ICT creatief inzetten om het studiesucces te vergroten. Wij vertegenwoordigers van het project Digitaal toetsen zien onszelf als spinnen in het web. Regelmatig komen we bij elkaar in het zogenaamde ‘spinnenoverleg’. Daar kwam ter sprake dat examen- en toetscommissies in het hoger onderwijs veel vragen en onzekerheden hebben over digitale toetsing. Examencommissies zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor het borgen van kwaliteit van toetsing, dus hun zorg is begrijpelijk. Het spinnenoverleg besloot tot de organisatie van een seminar om de opgedane kennis uit te wisselen. Ik bood aan om dit op Hogeschool Leiden te houden. Samen met collega M van het ICLON, Universiteit Leiden, begon ik met de organisatie.

Een seminar organiseren doe ik niet zo vaak. Maar ik vind het een uitdaging om iets voor elkaar te krijgen. Uitgangspunt voor het seminar was de toetscyclus uit het rapport Verantwoord toetsen en beslissen in het hoger beroepsonderwijs[2]. Twee onderdelen daaruit, construeren en afnemen van toetsen, stonden centraal. Het leuke van ons E-mergeproject is dat de deelnemende instellingen op een verschillende manier ervaring opdoen met digitaal toetsen. Daardoor konden we drie workshops organiseren: Organisatie van en fraudepreventie bij digitaal toetsen, Online cursussen – waarderen voor diploma’s en Van toets tot toetsitembank en verder… Het doel van de workshops was uit te wisselen en met elkaar komen tot een advies aan examen- en toetscommissies.
De keynote werd verzorgd door twee ervaringsdeskundigen, Liesbeth Zijlstra en Henk Fuchs. Zij zijn heel nauw betrokken bij de landelijke digitale toetsen voor Pabo en 2e-graads lerarenopleidingen.

Naast het bedenken en voorbereiden van de inhoud liep natuurlijk de praktische organisatie. Reserveren en inrichten van ruimtes, catering, aanmelding, inschrijving voor workshops, informatie voor de deelnemers, informatie voor de workshopleiders, wegwijzers, regelen van parkeerplaatsen, cadeautjes voor de sprekers en workshopleiders. Maar ook flip-overs, stiften, plakband om iets te kunnen ophangen tijdens de workshops. En vlak voor het seminar: overzichtslijsten maken van de deelnemers per workshop, aantallen afstemmen met de catering, lokalen controleren, routebeschrijving naar de workshopruimtes, deurposters ophangen.

Zo’n uur van te voren constateer ik dat alles in orde is. Tot nu toe was ik, tussen mijn gewone werk door, vooral druk met de organisatie. Na een langzame start waren er meer dan 50 aanmeldingen. Daar ben ik heel blij mee, want 50 is ons streefgetal. In principe kan er niet veel mis gaan. Toch word ik nu wel zenuwachtig. Ik heb ineens tijd om te bedenken wat er allemaal mis kan gaan…

Gelukkig komen er altijd mensen vroeg. Dus voordat ik echt nerveus kan worden, zijn de eerste deelnemers er al. De ruimte is er klaar voor, nog snel wordt een kapstok binnengeschoven. De koffie, thee en koekjes staan klaar. Collega M komt er al aan om bij de inschrijftafel te zitten, zodat ik de sprekers kan ontvangen. Kortom alles loopt.

Met de sprekers ga ik naar de zaal van de lezing. Daar is inderdaad een technische ondersteuner die helpt met beamer en geluidsinstallatie. Ik ga terug naar de ontvangstruimte en zie een volle zaal. Nog snel even oud-collega T uit Rotterdam begroeten, de check of de workshopleiders er zijn en dan zet ik mijn ‘juffenstem’ op: “Goedemiddag allemaal. Ik ben Cilia Born en heet u welkom op het seminar Digitaal toetsen voor examen- en toetscommissies. Gaat u met mij mee naar de zaal voor de lezing?”

Het wordt een mooie middag. Om zes uur zit ik moe maar tevreden in de trein. Het liep allemaal goed. Alles klopte, de collega’s van ICLON/Universiteit Leiden, De Haagse Hogeschool en TU Delft hebben leuke workshops verzorgd. Dankzij de medewerking van collega’s van catering en evenementen op Hogeschool Leiden liep het gesmeerd. Er zijn wel dingen die beter kunnen, maar mijn ondertussen zéér ervaren dochter A kan trots op mij zijn. Ook ik ben een beetje een regelnicht. In het filmpje dat onderdeel wordt van het verslag op de website van E-merge, krijg je een indruk van die middag.



[1] http://e-merge.nu/
[2] Expertgroep BKE / SKE onder voorzitterschap van Dominique Sluijsmans (2013). Verantwoord toetsen en beslissen in het Hoger beroepsonderwijs. Een voorstel voor een programma van eisen voor een basis- en seniorkwalificatie examinering (BKE / SKE). In opdracht van de Vereniging Hogescholen.

zondag 22 juni 2014

Urgentie

De laatste weken gebeuren er mooie dingen in het cluster M&B. Er vallen kwartjes, er golft inspiratie en elan door de gangen. De tijd is rijp voor verandering. Alles komt samen.

Bij mijn terugkomst uit Ethiopië, nu een maand geleden, nam ik mij voor het komend jaar veel meer te doen aan docentprofessionalisering op het gebied van didactiek.
Daar waren we in Ethiopië vijf weken mee bezig geweest: cursisten helpen bij het veranderen van hun didactiek. Niet meer ‘zenden’, maar studenten activeren tot diepgaand leren. Geen reproductie van oppervlakkige kennis, maar kennis vergaren die ertoe doet. Kennis die je nodig hebt om een complex probleem op te lossen. Een probleem dat je als beroepsbeoefenaar tegenkomt in de steeds sneller veranderende wereld. Die kennis draag je niet over door te zenden. Die kennis maak je je meestal pas eigen op het moment dat je genoodzaakt bent dat probleem op te lossen. Er moet dus een urgentie zijn om te leren.

Terug in Holland dacht ik: die training kan ik eigenlijk ook heel goed voor de collega’s in ons cluster geven. Wij ‘zenden’ ook nog veel en richten ons (te) weinig op het diepgaand leren, op het echte ‘kennis verwerven’. Maar hoe verander je dat als noodzaak niet gevoeld wordt? Ook docenten leren alleen als er een urgentie is. Geef ze eens ongelijk, docent zijn in het hbo is geen sinecure. Daar heb je je handen vol aan, dan is veranderen niet je prioriteit…

Maar dan… Een mailtje van collega P. Of ik het volgende blokoverleg wilde bijwonen want ze wilden met de collega’s praten over de inrichting en de aanpak van jaar 1. Zo’n vraag wakkert mijn nieuwsgierigheid aan, dus ik liet weten dat ik graag kwam. Vooraf praat ik met P. en collega A. de bijeenkomst door. Ze vertellen me dat ze het anders willen gaan doen. De studenten motiveren het beste uit zichzelf te halen, studenten activeren en betrekken bij het onderwijs. Niet meer alles voorschotelen, niet meer alles tot 6 cijfers achter de komma vastleggen, maar ruimte bieden voor studenten om het zelf uit te vinden. En mee te denken.
In de bijeenkomst vindt hun plan weerklank bij de collega’s. Natuurlijk is niet helemaal duidelijk wat je dan moet doen, maar de urgentie is voelbaar. Nu is er ruimte om met elkaar na te denken over andere vormen, andere didactiek. Nu is er een kans op verandering.

En ook... Al een jaar of twee experimenteert een steeds groter aantal collega’s in het leernetwerk Blended learning. Kortweg is dat een combinatie van online en face-2-face-onderwijs. Dat kun je zo revolutionair doen als je zelf wilt. Bijvoorbeeld alle hoorcolleges op video zetten en die online zetten, zodat studenten ze thuis nog eens kunnen bekijken. Maar ook studenten thuis een korte video met informatie laten bekijken en in de klas aan het werk zetten met opdrachten. Daar leren ze de informatie toe te passen en om te zetten in kennis.
Ondanks deze voorlopers is digitale didactiek voor veel docenten in ons cluster nog een ver-van-mijn-bed-show, terwijl we in ons ‘gewone leven’ omringd worden door digitale middelen.

En toch... Die digitalisering, ook – of juist – in het onderwijs en de veranderingen in de samenleving zijn redenen voor het MT van het cluster om na te denken over herontwerp van ons onderwijs. Daar zijn docenten gewoonlijk niet zo mee bezig. Zoals eerder gezegd, het leek steeds geen prioriteit te zijn. 
Maar nu worden begrippen als 21st-eeuwse vaardigheden, diep leren, activeren, dialoog aangaan met studenten steeds meer werkelijkheid. Er wordt een urgentie gevoeld en een grote groep docenten heeft zich aangemeld om hierover mee te denken.

We gaan een spannend proces tegemoet. Niemand weet hoe het zal worden en wat er precies nodig is. We weten alleen dat het anders moet omdat er zo veel, zo snel verandert in de wereld en onze studenten daar op voorbereid moeten zijn. Maar wat kan ik hier een boel van leren en wat zullen we er met z’n allen veel van leren!

Dat zijn de mooie dingen die gebeuren in ons cluster. Dat zijn de kwartjes die vallen, dat zijn inspiratie en elan die door de gangen golven. Alles komt samen: we voelen de urgentie om te veranderen…




zondag 1 juni 2014

Goed onderwijs

Echtgenoot A. heeft voor het Augustijns Instituut de video ‘Vertaalwerk in uitvoering’ gemaakt. Het Augustijns Instituut heeft zich ten doel gesteld de preken van Aurelius Augustinus te vertalen. In deze video, https://vimeo.com/90012772 , zie je hoe een vertaalteam van drie deskundigen, een classicus, een theoloog en een neerlandica, dit aanpakken. Als kijker word je meegenomen in het vertaalproces van één zin.

 https://vimeo.com/90012772
Een oud gevoel komt naar boven. Ik zie mezelf weer bezig met de Franse, Engelse en Duitse vertalingen lang geleden op de MMS. Heerlijk vond ik die puzzeltjes. Spannend om er echt goed Nederlands van te maken. Ik was zeker niet de braafste leerling, maar heel ijverig als het om vertalen ging. Natuurlijk was ik blij met een goed cijfer, maar ik was vooral trots als ik een compliment kreeg voor een mooie of originele vertaling. En zo’n jaar of tien later tijdens mijn studie Nederlands vond ik het vertalen van 17e-eeuwse teksten een van de leukste onderdelen. Ik was een van de weinigen die dat leuk vond. Weer dat puzzelen en zoeken naar de juiste woorden en zinnen.

Dit vertaalteam puzzelt ook. Het zoekt naar die woorden die precies de goede toon treffen. Vanuit drie verschillende invalshoeken bestuderen zij de tekst. Ze hebben verschillende overwegingen, juist vanuit hun specifieke deskundigheid. Dat zal wel eens wringen, lijkt mij. Maar uiteindelijk telt het resultaat: een preek die hardop uitgesproken moet worden. Het is mooi om te zien dat ze daar voor gaan en alle drie af en toe water bij de wijn doen omwille van de boodschap. “We houden van de teksten en we houden van Augustinus.” zegt de neerlandica, dat zie je en voel je.

Nog iets anders valt me op, de tijd die ze nemen om de tekst helemaal te doorgronden. Het kan niet anders dan zo, dat is duidelijk. Je moet wikken en wegen, naar woorden en betekenissen zoeken. Nog eens overleggen, nog eens herkauwen. Dan weer op zoek of een tijdje laten rusten. Dat is nodig als je kwaliteit wilt leveren. Dan moet je afstand nemen en tijd. Om te doordenken en te doorvoelen of het klopt. Kennelijk hebben ze tijd, of nemen ze die…
Misschien leer je dat wel als de preken van Augustinus vertaalt. Ik werd in ieder geval getroffen door dit fragment uit een preek van Augustinus. Het heet Goed onderwijs[1].

Het kan zijn dat we het vervelend vinden om vertrouwde stof, dingen voor kleine kinderen, telkens te herhalen. Laten we ons dan aanpassen aan hen met de liefde voor een broeder, een vader, een moeder. En zijn we eenmaal verbonden met hun hart, dan lijkt die stof ook voor ons nieuw. Want groot is de kracht van het inlevingsvermogen: als het hun iets doet wanneer wij spreken en ons wanneer zij leren, dan wonen wij in elkaar. Wat zij horen, spreken ze zo in zekere zin uit in ons, en wij leren in hen op een bepaalde manier wat wij zelf doceren.”

Als ik het herlees, voor mijzelf of hardop, word ik er steeds weer door geraakt. Dat heeft hij mooi gezegd, Augustinus. Of in ieder geval is het mooi vertaald. Want ja, dit is goed onderwijs.






[1] Uit: De catechizandis rudibus 17. Aurelius Augustinus. Voedsel voor de ogen. Vijfentwintig fragmenten uit de werken van Aurelius Augustinus ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Augustijns Instituut.
2014 Augustijns Instituut, Eindhoven