donderdag 1 augustus 2013

Merkato

"Here starts Merkato," zegt Bihian. We rijden over een weg met aan weerszijden allemaal winkeltjes met autoparts. Het is er heel erg druk. Auto's zijn in Ethiopië erg duur vanwege de hoge belastingen. Bovendien is de gemiddelde leeftijd van de auto's hier 15 jaar. Dus je koopt je onderdelen op een plek waar de prijs laag is vanwege de concurrentie en waar veel winkels bij elkaar zijn. Dan is er altijd wel een die dat onderdeel heeft. 

De weg gaat omhoog en wordt hoe langer hoe hobbeliger. We slaan linksaf een modderweg vol kuilen in. Bihian rijdt er behendig omheen. Hij is een topchauffeur. Het is een feest om met hem door het verkeer te zigzaggen. Hij kent elke kuil en weet elk gaatje te benutten, zodat we bijna nooit stilstaan. Aan het eind van de modderweg is een parkeerplaats. We zijn nu middenin de Merkato. Een markt in de vorm van een dorp. Elke wijk heeft zijn specialiteit. 

We beginnen bij de schoenen. Tientallen kleine winkeltjes, volgepropt met schoenen, in alle maten, kleuren, soorten en gewichten. De verkopers proberen me naar binnen te lokken, maar ik ga verder, want er is nog meer te zien. Naar serviesgoed en keukengerei. Bihian wijst me op de ijzeren plaat waarop de koffiebonen gebrand worden. Ik herken ook het koffietafeltje: een plastic bak met tule aan de binnenkant. Zo een heeft hij ook. In elk kraampje tientallen koffiekopjes, oventjes en waaiers voor de koffieceremonie. En pannen, eerst nieuwe, maar aan het eind van de weg ook gebruikte. 

"Alles wordt hier gebruikt," zegt Bihian. Hij wijst op een man die een stuk ijzer opraapt, "zelfs dat. Alles heeft waarde, er wordt niets weggegooid." Hier in Ethiopië begrijp ik dat goed. Je wordt wel creatief als je geen nagel hebt om je kont te krabben. (Uitdrukking die mijn ouders graag gebruikten om duidelijk te maken dat iemand heel erg arm was) Maar gaat het ons lukken ooit weer zo te denken? Niet weggooien, maar doorgeven en hergebruiken? Ik probeer duurzaam te leven, maar ben hier nog heel ver van verwijderd.

Oversteken naar de kleding. Veel kleuren, veel avondjurken, veel glitter en glans. "De Merkato is voor iedereen," zegt Bihian, "voor rijk en arm, je kunt zelfs voor één birr een hap eten kopen. Dus ook de allerarmsten kunnen hier terecht." Maar in dit deel lopen modieuze dames naast volledig gesluierde, allemaal op zoek naar nieuwe kleren. We gaan door een heel nauw paadje, met zelfs daar aan weerszijden een soort eenpersoonswinkeltjes. Opschudding!! Giechelende meisjes duiken hun winkeltje in, andere proberen mij naar binnen te lokken: "Alleen maar kijken!" Een kindje schrikt van dit bleke mens. Haar zusje vindt mij juist erg leuk, schenkt me een stralende lach en zegt "Hi". Ik zeg "Hi" terug, weer die lach. Moeder helemaal blij, omstanders ook. Kruip door, sluip door langs nog meer winkeltjes met allemaal ongeveer hetzelfde aanbod. 

Naar de kruidenierswaren. Heerlijke geuren van de schotels met uitgestalde kruiden waaien me tegemoet. Grote balen met allerlei soorten linzen, want die worden heel veel gegeten hier. Maar ook rijst, bonen en meel. Voortdurend een kreet achter mij die ik niet versta maar direct begrijp: "Opzij!"  Dan komt er iemand aan met een enorm pakket op zijn rug of hoofd. Hij loopt / rent door de smalle steegjes. Ongelooflijk wat een hoeveelheden ze op hun rug vervoeren. Er zijn ook ezels, maar de meeste kooplui moeten het op deze manier doen. Geen ARBO, geen vakbond, gewoon op je rug nemen.  

We zijn aangekomen bij de rieten manden. Grote ronde met een puntdeksel om injera in op te dienen. Maar ook kleine. Daar word ik altijd een beetje hebberig van. Maar ik beheers me, want hoe krijg ik dat allemaal mee terug het vliegtuig in?! Een goede reden om duurzaam te denken. Hoewel, een vliegtuig... duurzaam... die twee gaan ook niet samen. Hoe rijm ik dit allemaal? Wat moet ik met die enorme verschillen. Hoe luxueus lijkt duurzaamheid in Nederland mij nu toe. En wat een luxe om hier kennis te brengen met een vliegtuig en vanuit een schoon hotel. Dilemma's die voortdurend in mijn gedachten zijn op zo'n plek als deze.

Het begint te regenen. Geen tijd om na te denken: paraplu op, opletten, niet uitglijden, modderrivieren ontwijken en ergens naar binnen om te schuilen. Een enorme donderslag. Alle aanwezigen slaan een kruis. Ik krijg een stoel aangeboden. Volgens Bihian is dat uit respect. Dat hoort bij hun cultuur. Is dat respect omdat ik de enige blanke ben of omdat ik de oudste ben (wat ook zo is)? Ik word er haast argwanend van. Respect is goed, maar ik wil het niet omdat ik toevallig blank ben. Maar ik ga wel zitten, want ik ben ook goed opgevoed en aanvaard het aanbod. 

Na een tijdje wordt het droger en gaan we verder. We zien heel veel. Ik koop nog wat cadeaus. Bihian dingt af, want ze vragen echt veel te veel, vindt hij. Voor ons zijn het kleine bedragen, maar ik laat hem afdingen. Ik leer...

2 opmerkingen:

  1. Prachtig, nu heb je weer even geproefd aan het echte leven in Ethiopië. Daar zou je anders als toerist niet gekomen zijn. Ik zou ook hebberig worden van die prachtige manden. Wat een verschil met ons leven! XxxMaria

    BeantwoordenVerwijderen
  2. geestig - ik kreeg dezelfde route en dezelde uitleg. Vooral dat alles waarde heeft is me bijgebleven. Bihian zei dat op het moment dat een man langskwam met een kapotte schep: steel afgebroken, blad gescheurd. Of ik een bod wilde doen. Ik kleurde van Westerse schaamte. Bij ons is veel, teveel, waardeloos. De Ethiopisch-Canadese professor in duurzaamheid, met wie ik af en toe een vorkje prikte, zei dat vanuit milieu-oogpunt mercato's in de hele derde wereld een goede zaak zijn. Wat weer wordt gecompenseerd door auto's op slechte diesel of mengsels van benzine en kerosine. Goedkoper, maar de pest voor de auto's en het milieu. Nee, dan de mercato!
    Michael

    BeantwoordenVerwijderen