Vandaag is de laatste dag van de echte training. Morgen zijn
alleen nog de presentaties, de evaluatie en natuurlijk het uitreiken van de
certificaten.
Het eerste deel van deze dag gaat over Monitoring, Evaluation and Quality Assurance in Higher Education in
Ethiopia. We beginnen met het microniveau: wat houden deze begrippen in en
waarom zijn ze belangrijk. Dat is geen probleem. Ondertussen zijn alle
cursisten ervan overtuigd dat je studenten de verantwoordelijkheid moet geven
voor hun eigen leerproces. Maar ze zien ook dat hun rol juist het bewaken en
ondersteunen van dat leerproces is. Dat is monitoring. Dat je ook kunt monitoren met de bedoeling
het programma zelf, of je eigen rol, is bij een aantal cursisten een nieuw
perspectief. Meestal hebben (junior-)docenten weinig inspraak in de inhoud van
hun onderwijs. Het wordt voor een groot deel door het ministerie
voorgeschreven, er is een nationaal curriculum. Het deel dat de instelling zelf
mag bepalen, wordt door seniors vastgesteld. De individuele docent kan dit
hooguit wat personaliseren, maar meer niet. Maar ze vinden het een goed dat je
kunt checken of de cases de studenten uitdagen en hun de zoektocht naar kennis
opleveren die je had bedacht.
Evaluaties zijn natuurlijk wel bekend, maar worden meestal
centraal georganiseerd. De uitkomsten zeggen niet zoveel over de waardering van
individuele docenten en de effecten van hun onderwijs. Examens doen dat iets
meer, maar ook daar heeft een docent geen invloed op. Ook die worden centraal aangeleverd
of door anderen bedacht. Na mijn korte college over dit onderwerp aan de hand
van de piramide van Kirkpatrick krijgen de cursisten de volgende opdracht:
A group of young teachers wants to convince
their colleagues on the effects of their new student-centered learning method.
Therefore they want to have a solid prove of these effects. They consult you.
Give them your advise on how to evaluate, based on Kirkpatrick’s pyramid.
Er komen goede ideeën, zoals beginnen met een nulmeting,
heldere leeruitkomsten definiëren en deze op een consistente manier toetsen
(ja, ja, ze hebben geleerd en passen nu het begrip ‘constructive alignment’
toe!). Er komt een discussie over de waarde van studentenevaluaties: dat zijn
toch meningen, is dat ‘solid prove’?
Nu komen we ergens, dit soort opmerkingen wil ik graag
horen. Meningen tellen, maar resultaten zeker ook! Alhoewel… we bespreken hoe
moeilijk het is om resultaten echt toe te wijzen aan de lessen die jij gegeven
hebt. Studenten ondergaan zoveel andere invloeden, leren op zoveel plekken en
manieren. Ze zien films, tv, you tube. Ze praten met ouders, kijken naar
vrienden. Allemaal situaties waarvan en plekken waarop ze leren. Waarschijnlijk
veel meer dan in de lessen! Als nieuw onderwerp benoemt een groep het belang
van het evaluatiegesprek tussen docent en student, zowel over inhoud als over
het proces. In een gesprek kun je de waarde van woorden beter beoordelen vinden
ze, je kunt nuanceren. Mooi! Hier sluiten
we mee af, want we hebben nog een onderwerp te gaan.
Quality Assurance in Higher Education in Ethiopia. De
schrijvers zijn verbonden aan de universiteit van Bahir Dar. Hun kritiek richt
zich op het feit dat de HERQA, de organisatie die de accreditaties en audits uitvoert, niet geheel autonoom is.
Er is een verschil tussen de manier waarop private en publieke universiteiten
geaccrediteerd worden. De eerste vooral op curriculum en assessment, de tweede
op de organisatie. De auteurs stellen deze werkwijze ter discussie en ik doe
dat met hen. Ik weet ook dat er een explosieve groei is van private
universiteiten in Ethiopië. En ik weet ok dat die een winstoogmerk hebben, dus
het is goed om ze kritisch te volgen en de kwaliteit van de curricula te
beoordelen. Maar dat geldt wat mij betreft ook voor de publieke universiteiten.
Die zijn niet vanzelf goed omdat ze door de overheid opgericht zijn en
gefinancierd worden. Tijdens onze bijeenkomst is Dr. Haile, onze projectleider,
binnengekomen. Tijdens mijn verhaal gaat hij steeds meer op het puntje van zijn
stoel zitten, net als Mekonnen overigens. Ze willen allebei reageren, maar de
cursisten draaien onrustig, het is al vijf over half elf, koffiepauze.
Bij de koffie doen Mekonnen en Haile veel moeite om mij uit
te leggen hoe dit allemaal komt en waarom de orivate universiteiten echt op de
kwaliteit van het programma gecontroleerd moeten worden. Mekonnen voelt zich.
Begrijpelijk, meer aangesproken. Hij zit immers in het management van Mekele
University, een publieke instelling. We concluderen aan het eind van de pauze,
dat dit een begin is, dat het eerst om kwantiteit is gegaan (zoveel mogelijk
universiteiten vestigen) en dan pa om kwaliteit kan gaan. Haile vat het samen:
het is allemaal een kwestie van tijd…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten