vrijdag 24 juli 2015

Nachtmerrie

Ik ben lekker op tijd door Wendewossen afgezet bij Bole. Daar staat weer de bekende rij bij de ingang, want daar worden we allemaal al gecontroleerd. Elektronica en vloeistoffen, jassen, truien en schoenen moeten in de bekende bak en tassen op de band. Je moet door een poortje en ondertussen gaan die bakken door de röntgen. Daarna mag je alles weer inpakken. Het gaat best snel. Er staat niemand bij de incheckbalie, dat is wel anders dan op de heenweg. Ook mag ik na een snelle controle zo doorlopen bij de douane. Boven koop ik in een van de souvenirshops een boek voor onderweg, want alle boeken op mijn e-reader heb ik al uit. Het boek dat ik eergisteren kocht bij de bookshop van het hotel, achtergelaten door een van gasten, lees ik straks tijdens het wachten uit. Leuk dat ik iets vind. Een boek van een Ethiopisch-Amerikaanse schrijver: Children of the Revolution van Dinaw Mengestu.

Voordat ik door de tweede controlepost ga, wacht ik nog even en lees mijn boek uit. Er staat een rij, vast een vliegtuig dat eerder vertrekt.  Ik check What’s app, want ik heb eindelijk weer snelle wifi tot mijn beschikkling. Ik heb het laatste appje in de familiegroep beantwoord en zie dat achter mij de rij naar de gates groeit. Ik weet nog van vorige jaren dat die tweede controlepost nog veel tijd kost, want de hele ceremonie wordt herhaald. Schoenen, jassen, truien en zelfs overhemden moeten in een bak, net als de tassen. Ik denk: ik ga naar het toilet en sluit aan, meer dan een uur voordat het vliegtuig vertrekt. Dan gebeurt iets raars.

Ineens komen er heel veel mensen die allemaal door twee controlepoortjes moeten. Het blijken passagiers voor een vlucht naar Hongkong en naar Nairobi te zijn. Volle vluchten, zo te zien aan het aantal mensen. Vermoedelijk realiseerden zij zich te laat dat deze controle veel meer tijd kost dan ze hadden gedacht en zijn ze bang hun vliegtuig te missen. Zou ik ook zijn. Maar ze gaan duwen en dringen, ze breken door de poortjes van de ‘slinger’ heen en blijven duwen en dringen.

Eerst ga ik mee met de stroom, tijd genoeg. Maar omdat er van allerlei kanten mensen opdringen naar die ene deur, duurt het erg lang voor ik ook maar iets opschiet. Ik sta naast een heel lange Amerikaan met zijn stevige vrouw. Wij proberen ons te beschermen tegen de opdringende massa opzij en achter ons door een soort muur te vormen. Voor ons staat een vader met zijn zoontje van, ik denk, 3 jaar op zijn arm. Het kind is bewonderenswaardig rustig. De vader ook, maar hij is wel bang dat het mis gaat, zegt hij. Dat ben ik ook. Iedereen blijft duwen in de richting van de deur. De mensen die vlakbij de deur staan, worden steeds agressiever. Er mogen steeds maar een paar mensen door, dat zijn dan meestal de sterkste of de gemeenste. Het is echt eng en de veiligheidsmensen blijven iedereen controleren, ook al zijn ze de situatie amper meester. 

Wij, de Amerikanen, nog een andere man en ik besluiten de vader met het kind te helpen erdoor te komen en in ieder geval hem te beschermen tegen de duwende en dringende menigte achter ons, wel een paar honderd mensen. Het lukt niet echt. We roepen naar de mensen voor ons en naar de veiligheidsbeambten dat ze de weg moeten vrij maken voor de man met het kind, maar niemand gaat ook maar iets opzij. Het lukt de lange Amerikaan om een zijkant te blokkeren. Zijn vrouw en ik zetten ons schrap en we roepen weer dat het kind erdoor moet. De beambte ziet het nu en dwingt de mensen voor de deur om plaats te maken. Dat moet bijna met geweld, ook al omdat je niet opzij kunt gaan als je buren dat niet doen. Met veel moeite en schrap zetten van onze kant, lukt het de man met het nu doodsbange en huilende kind kind erdoor te komen. Maar ik word zo’n beetje platgedrukt door een paar schreeuwende Chinezen, aan de ene kant en tien Kenianen aan de andere kant. Ze proberen allemaal door mij heen naar binnen te komen. De beambte bevrijdt mij en mijn rugzak die ook platgedrukt wordt tussen twee mensen.

Nu snel proberen mijn spullen op de band te krijgen. Schoenen uit, uitgebreid gefouilleerd en dan rennen, want het is ondertussen kwart voor 11, al vijf minuten te laat. Er komt mij iemand tegemoet. “Moet u naar Frankfurt? Ga maar mee. Er wordt op u gewacht.” Tijdens het lopen controleert ze mijn boardingpas. Roept tegen de dame bij de boarding dat het goed is en brengt mij via de ‘snelle boarding’ naar buiten. Ze roept een bus en ik word naar het vliegtuig gebracht. Daar staat de hele staf mij op te wachten en applaudisseert. Ik ben de laatste passagier die nog aan boord moest komen, maar gelukkig hebben ze gewacht.

Nu zit ik na een Indische vliegtuigmaaltijd aan een glaasje rode wijn. Ik ben weer rustig. Het is pikkedonker buiten. De maan, die er eerst nog was, is verdwenen. Nog even lezen in mijn nieuwe boek en dan slapen. 


Twaalf uur later lees ik dit terug op het vliegveld van Frankfurt. Daar heb ik natuurlijk de hele ceremonie weer meegemaakt, douane, bakken, bodycheck. Maar hier hebben ze alles onder controle: vriendelijk veiligheidsmensen, een aardige vrouw die mij checkt, voldoende mensen om de even grote stroom passagiers in goede banen te leiden. Wat heerlijk dan, die Duitse Gründlichkeit!

En onthoud:  als je ooit uit Addis vertrekt: ga drie uur van te voren al door die poortjes. Dat bespaart je een nachtmerrie!

2 opmerkingen:

  1. Wat een ervaring😩 in ieder geval welkom thuis en goed bijkomen!
    Ga nu de andere blogs lezen.......

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een nare ervaring. Gelukkig op de weg naar huis, lekker uitrusten.

    BeantwoordenVerwijderen