vrijdag 24 juli 2015

Schoonmaakdames

Als ik op de galerij kom, hoor ik ze al, de schoonmaakdames. Meestal staan ze op de galerij bij het lokaal en laten de halfvolle flesjes water leeglopen. Ja, dat kan in Addis, Er is meer dan voldoende water, zeker in het regenseizoen. Ik heb er moeite mee, maar ik heb besloten daar in deze twee weken geen punt van te maken. We krijgen 2 flesjes water per dag, omdat je het water uit de kraan niet kunt drinken. Er gaat elke dag een ongelooflijke hoeveelheid plastic verloren aan die flesjes. De schoonmaakdames verzamelen ze en bewaren ze in een grote papieren zak in het damestoilet op de eerste verdieping. Waarom daar en wat er uiteindelijk mee gebeurt weet ik niet.

De schoonmaakdames maken elke ochtend het lokaal schoon. Ze zijn met vier of vijf. Ze praten op hoge toon tegen elkaar, letterlijk hoog. Het lijkt erop dat schoonmaakdames in EthiopiĆ« met elkaar ongeveer een kwint hoger praten –en een flink stuk harder- dan andere Ethiopische vrouwen. Ook de schoonmaakdames in Ghion Hotel praten zo en op mijn wandelingen hoor ik het ook. Het komt misschien door de manier waarop ze schoonmaken. Ons lokaal heeft vaste vloerbedekking. Elke ochtend bezemen ze die schoon. Dat bezemen maakt lawaai en er komt heel veel stof los, dat wolkt door het lokaal. De dames hebben alle ramen opengezet en dragen mond- en hoofdkapjes. Dat is wel het minste. Het bezemen is wel effectief, want als ik het lokaal binnenga is de vloer schoon. De cursisten vinden het heel gewoon om alles op de grond te gooien. Er is ook geen prullenbak in het lokaal. Dus de plastic hulsjes op de dop van de waterflesjes –moet erop zitten, zo niet, moet je het flesje weigeren- komen allemaal op de grond terecht. Net als de briefjes met nummers en smileys die ik gebruikt heb om de cursisten voor een oefening te nummeren en lege waterflesjes. Ze lappen de tafels met een lap van een ondefinieerbare kleur, stapelen de papieren op die de cursisten ook laten liggen en verzamelen dus de waterflesjes.

De schoonmaakdames van onze trainingslocatie
We hebben wel wat, de schoonmaakdames en ik. De eerste keer dat ik hen groette, waren ze er stil van en begonnen ze druk te praten en te lachen toen ik het lokaal in liep. De tweede keer antwoordde er een ook met ‘Good morning’, waarna de anderen weer begonnen te giechelen. De derde keer wensten ze me allemaal ‘Good morning’ en begonnen ze een gesprek in het Amhaars met mij. Het was vast heel vriendelijk , want ze glimlachten me allemaal toe. Het enige wat ik kon verstaan was ‘Caramella’. Maar of het nu een compliment was over mijn huid, mijn haar of mijn tas, of dat het haar naam was, daar kwam ik niet achter. Ik heb het wel geprobeerd door te wijzen en het te herhalen en op mijzelf te wijzen en mijn naam te zeggen. Maar dat was het niet.


Nu zeggen we ‘Good morning’ of ‘Salaam’, we lachen vriendelijk en gaan ons weegs. Ik hoor ze de galerij aflopen en hoor ze even later beneden. Weer dat gesprek op hoge toon, waardoor je de indruk hebt dat ze een vreselijke ruzie hebben. Maar ze lachen en lopen een ander lokaal binnen. Toen ik vanmiddag naar huis ging stond een van hen bij de ingang, in haar ‘burgerkleren’. Ik herkende haar bijna niet, maar ze groette vrolijk: ‘Good morning!’

1 opmerking: